Het aantal incidenten met recreatieve drones is tot eind mei van dit jaar al groter dan over geheel vorig jaar: 39 tegen 15. Bijna alle voorvallen van dit jaar -37- zijn gemeld door piloten die er een in de buurt van hun toestel zagen. Dit blijkt uit het informatieblad ‘Voorvallen met drones/RPAS’ dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) vandaag heeft gepubliceerd.
De toename kan verband houden met het stijgende drone-gebruik. Hoeveel recreatieve drones er in Nederland zijn, is niet precies bekend maar iedereen kan zo’n drone kopen. Er zijn wel regels waar deze dronebezitters zich aan moeten houden.
Het is bijvoorbeeld verboden om met een drone te vliegen op of nabij vliegvelden, vanwege het risico dat de drone op een vliegtuig botst. Van de gemelde voorvallen dit jaar ging het 31 keer om recreatieve drones die in de buurt van een luchthaven vlogen, waarvan 24 bij Schiphol.
Over ongelukken met personen zijn tot nu toe geen meldingen binnengekomen. Wel waren er enkele risicovolle situaties. Twee keer viel er een recreatieve drone door het dak van een huis. Ook beschadigde een drone een auto.
Beroepsmatig
Over drones die beroepsmatig worden ingezet, kwamen vorig jaar 28 meldingen binnen. Tot en met mei van dit jaar waren dat er 17. Anders dan bij de recreatieve drones gaat het bij de meldingen over professionele drones (ofwel Remotely Piloted Aircraft Systems, RPAS) vaak over technische problemen. Meestal stort de RPAS dan neer. Bij geen van deze crashes was sprake van schade aan derden.
De meldingen over risicovolle incidenten tussen beroepsmatig ingezette drones en bemande luchtvaart, komen vrijwel allemaal van drone-eigenaren zelf. Het gebied waarin een RPAS-drone vliegt, is voor bemande luchtvaart verboden of te vermijden gebied. Hier is het dus de bemande luchtvaart die een voorval veroorzaakt. Zo moest een RPAS-vlucht worden afgebroken omdat een helikopter laag in het RPAS-gebied vloog.
Er zijn in 2015 in totaal 24 processen-verbaal opgemaakt door de politie vanwege het overtreden van de regels voor recreatief en niet-recreatief drone-gebruik.
Vergunningen
Voor beroepsmatig gebruik van drones zijn vergunningen verplicht. Zo’n 200 professionele drones zijn ingeschreven in het luchtvaartuigregister. Ongeveer 150 mensen beschikken inmiddels over een vliegbewijs voor ‘remote pilot’ (RPA-L).
Van de ruim 70 bedrijven die een ‘oude’ ontheffing hebben om met drones te vliegen, hebben er circa 25 deze al omgezet in een nieuwe vergunning: de zogeheten ‘RPAS operator certificate’ ROC. De geldigheid van de ontheffingen loopt op termijn af.
Sinds juli 2016 zijn 40 vergunningen ROC-light uitgegeven. Daarmee mag beroepsmatig gevlogen worden met drones die minder wegen dan vier kilo, zonder vliegbewijs en zonder technische keuring. Zo’n lichte drone mag maximaal 50 meter hoog en op maximaal 100 meter afstand van de piloot vliegen.
Bron : Inspectie leefomgeving & Mileu